Schoolvisie

Pedagogisch Project

Het kind centraal

In onze school willen we het kind centraal stellen. Het onderwijs- en opvoedkundig uitgangspunt is het kind zelf. Elk kind heeft zijn eigenheid en we willen het geven waar het recht op heeft: onderwijs op maat van het kind en dat aansluit bij zijn leefwereld.

Zelfstandigheid

Het is belangrijk een leeromgeving te creëren waarin kinderen uitgedaagd en gemotiveerd worden om, onder begeleiding van de leerkracht, zichzelf te ontplooien in alle facetten van hun ontwikkeling.

Ons onderwijs plaatst het kind centraal in het leerproces en stimuleert vervolgens al die activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Dit houdt in dat het leren met meer eigen verantwoordelijkheid en met meer eigen inbreng wordt gestuurd door onder andere:

  • de kinderen zelf te laten ontdekken welk leergedrag het best bij hen past;
  • het stimuleren van het actief, zelfontdekkend leergedrag;
  • het stimuleren van de samenwerking tussen de kinderen;
  • lesmateriaal te gebruiken waarmee kinderen zelf aan het werk kunnen.

Dit alles onder de motiverende en stimulerende begeleiding door de leerkracht in een leefklimaat waarin kinderen zich thuis kunnen voelen en waarin ze op een gelijkwaardige manier respectvol met elkaar en met hun leerkrachten omgaan.

De nadruk ligt op inzicht, verbanden leggen en het vormen van een eigen mening. Zo kunnen kinderen groeien in een kritische kijk naar zichzelf en naar de wereld.

Creativiteit

We bieden het kind kansen om zich creatief te ontplooien zowel op het verstandelijke, socio-emotionele als het muzische vlak. Enkele voorbeelden daarvan zijn:

  • creatief oplossen van problemen,
  • sociaal vaardig omgaan met anderen,
  • zich expressief uitdrukken in gesproken of geschreven taal,
  • zich muzisch uiten in beeld, drama, beweging of muziek.

Milieubewust

We willen onze kinderen natuur- en milieubewust opvoeden.

Inzichten in energieverbruik en afvalpreventie moeten leiden tot een bereidheid om er bewust en zuinig mee om te springen. Door waarnemend, handelend, genietend en respectvol om te gaan met de natuur en de omgeving streven we ernaar dat de kinderen zich daarvoor actief inzetten. De zorg voor dieren, planten en materialen staat daarbij centraal.

Geborgenheid

Een kind heeft nood aan geborgenheid. Het moet zich veilig en goed kunnen voelen in de eigen klasgroep, op de speelplaats en in de school. We spreken in onze school van 3 niveaus: kleuter, onderbouw (1, 2 en 3) en bovenbouw (4, 5 en 6). Uiteraard worden niveau-overstijgende activiteiten georganiseerd; kleuters, onder- en bovenbouw zijn immers alle drie een deel van één pedagogisch geheel.

We willen blijven werken aan een pedagogisch klimaat dat rekening houdt met de noodzaak aan geborgenheid en warme opvang. Het welbevinden van kinderen is onze eerste zorg. Het is een basisvoorwaarde om tot ontwikkelen en leren te komen.

Ouderbetrokkenheid en participatie

Vermits de ouders de eerste opvoeders zijn van de kinderen worden ze nauw betrokken bij het uitbouwen van de schoolwerking. Het lerarenteam en de directeur zijn de professionele begeleiders tijdens de schooluren. Dankzij een grote betrokkenheid van alle partijen zijn er minder gemiste kansen en kunnen wij samen beter school maken.

Zorgbreedte

Binnen het kader van de zogenaamde ‘zorgplicht’ willen we de ruimte benutten om ons onderwijs zo in te richten dat het aansluit bij de behoefte van de kinderen. Veel aandacht gaat daarbij naar het voorkomen van problemen door onderwijs- leersituaties aan te bieden op maat van elk kind. Bovendien wordt in de school bijkomende omkadering voorzien voor meer begeleiding van kinderen die nood hebben aan extra zorg. Hierbij wordt overleg gepleegd met de ouders.

De zorgbreedte is gesitueerd binnen het M-decreet.

Respect, verdraagzaamheid en gelijkheid

Leren omgaan met diversiteit is een verrijking en leidt tot verdraagzaamheid.

De school vertrekt vanuit een positieve erkenning van de verscheidenheid en wil waarden en overtuigingen die in de gemeenschap leven onbevooroordeeld samenbrengen door:

  • kinderen op een vaardige en prettige manier met elkaar te leren omgaan. Daarom wil de school werken aan sociale vaardigheden, aan een positieve groepssfeer, aan verdraagzaamheid … met bijzondere aandacht voor de kwetsbaren in onze maatschappij.
  • iedereen binnen de groep te accepteren en te respecteren. Eigenheid op het gebied van uiterlijke kenmerken, sociale achtergrond, cognitieve vaardigheden, interesses, … mogen hierbij geen rol spelen.

Regels en afspraken

Wij wensen een school ‘waar cultuur en natuur het halen op dressuur’.

Sleutelbegrippen voor een evenwichtige werking zijn duidelijkheid en consequent handelen. Goede afspraken en regels maken nodeloze ‘strengheid’ overbodig. Daarom worden de kinderen betrokken bij het bespreken en opstellen van afspraken rond de volgende drie basisregels:

  • respect voor mens en dier
  • respect voor de omgeving
  • veilig bewegen binnen en buiten het schoolgebouw.

Hierbij is belonen belangrijker dan straffen.

Open school – Brede school

 Het is belangrijk dat kinderen ervaren dat gezin, familie, school, vereniging, buurt… samen aan

hun toekomst werken. De school mag daarbij geen eiland vormen binnen die plaatselijke context. Daarom wil zij zich positief opstellen naar de lokale gemeenschap en ermee naar samenwerking streven. Dit kan zowel bij gestructureerd overleg als bij occasionele gelegenheden. Bovendien wil de school zich niet afsluiten van nieuwe maatschappelijke inzichten of ontwikkelingen maar daarbij bewust keuzes maken en klemtonen leggen.

Schoolconcept

1. Het kind centraal (aansluiting vinden)

1.1. Op het niveau van de kinderen

Elk kind is welkom met zijn of haar eigenheid en krijgt alle kansen om zijn kwaliteiten te ontplooien in een warme omgeving.
Kinderen krijgen tijd om te genieten, spelend te leren en lerend te spelen.

We organiseren een uitdagende en veilige leeromgeving voor elk kind.

1.2. Op het niveau van de leraren

De leraren besteden bewust aandacht aan de persoonlijke inbreng van het kind en trachten deze in te passen in het onderwijsaanbod.

Vertrekkend vanuit het kind en zijn leefwereld differentiëren we naar leerinhouden en werkvormen, met de ontwikkelingsdoelen en eindtermen als leidraad.

1.3. Op het niveau van de school

De school streeft naar een fysiek en emotioneel veilige klasomgeving.
We streven naar een veilige schoolomgeving waar het welbevinden van het kind centraal staat.

2. Zelfstandigheid (groeien in zelfredzaamheid en zelfsturing)

2.1. Op niveau van de kinderen

We stimuleren het kind in de ontwikkeling van zijn/haar zelfredzaamheid en zelfstandigheid.

  • De kinderen krijgen voldoende kansen om:
    • zelf te ontdekken welk leergedrag / leerhouding bij hen past
    • inzichten te verwerven
    • verbanden te leren leggen
    • een eigen mening te vormen
    • te leren samenwerken
    • te groeien in een kritische kijk op zichzelf en de wereld
    • eigen keuzes te kunnen maken
    • planmatig te leren werken via het gebruik van een agenda, stappenplannen, …

2.2. Op niveau van de leraren

  • Ze kennen de beginsituatie van de kinderen en de ontwikkelingsdoelen/ leerplandoelen
  • Het schoolteam begeleidt de kinderen op een motiverende, stimulerende manier in hun groei naar zelfstandigheid. De leraren bieden kansen aan de kinderen om verantwoordelijkheid te nemen en geven ze ruimte voor eigen initiatieven.
  • Ze bieden voldoende lesmaterialen aan waarmee de kinderen zelfstandig aan de slag kunnen.
  • Ze bieden realistische en haalbare opdrachten/ uitdagingen aan.
  • Ze zorgen voor afwisselende werkvormen om het zelfgestuurd werken en leren te stimuleren:
    • contractwerk
    • hoekenwerk
    • projectwerk
    • planmatig werken
    • coöperatieve leerstrategieën

2.3. Op het niveau van de school

De school organiseert geregeld klasoverstijgende projecten, één- en meerdaagse uitstappen, feestelijkheden, enzovoort, die bijdragen tot de zelfontplooiing van de kinderen.

3. Creativiteit (creativiteit uitdagen)

  • Creativiteit is een belangrijke sleutel binnen alle ontwikkelingsdomeinen en in alle aspecten zoals bij:
  • het zelfontdekkend en zelfsturend bezig zijn
  • het bedenken van eigen oplossingen
  • het experimenteren en improviseren
  • het toepassen van kennis en vaardigheden in uiteenlopende en nieuwe situaties
  • We besteden veel aandacht aan de reflecties op en de evaluaties van het proces en het product.

 

3.1. Op niveau van de kinderen

Kinderen krijgen de kans hun eigen interesses en talenten te ontdekken, te ontplooien en te tonen in verschillende gebieden:

  • het sociaal-emotionele
  • het cognitieve
  • het muzische

3.2. Op niveau van de leraren

In alle leergebieden en projecten voorzien de leerkrachten in hun aanbod voldoende tijd en ruimte voor

  • verschillende werkvormen
  • verschillende materialen en technieken
  • vrijheid en veiligheid

om de ontwikkeling van interesses, talenten en creativiteit te bevorderen.

Daarnaast dienen leraren aandacht te hebben voor het oefenen van bepaalde technieken en vaardigheden die kinderen nodig hebben om zich creatief te kunnen uiten.

 3.3. Op niveau van de ouders

  • Talenten van de ouders kunnen benut worden in projecten via ouderparticipatie.
  • Via tentoonstellingen en oudercontacten tonen we de schoolvisie met betrekking tot creativiteit.

4. Milieubewustzijn (natuur en cultuur beleven en begrijpen)

4.1. Op niveau van het kind

  • Door waarnemend, handelend, genietend en respectvol om te gaan met de natuur en de omgeving zetten de kinderen zich actief in voor het milieu, de natuur en hun leefomgeving.
  • De zorg voor de dieren in de kinderboerderij, voor de planten in de schooltuin en de werkmaterialen, staat centraal.
  • Doordat de kinderen leven en leren in een duurzame school kennen ze het belang van een bewust energieverbruik en afvalpreventie.  Zo leren ze er bewust en zuinig mee om te springen.

4.2. Op niveau van de leraren

  • In het correct en consequent omgaan met de omgeving, de dieren en de natuur hebben de leraren een belangrijke voorbeeldfunctie.
  • De leraren verhogen het milieubewust zijn van de kinderen door met hen geregeld in de tuin te werken, te composteren, de dieren te verzorgen, …
  • De leraren staan open voor vorming rond milieuzorg en nieuwe ecologische technologieën in en om de school.

 4.3. Op het niveau van de school

  • Cultuur en natuur gaan hand in hand en krijgen de nodige aandacht: beleven en begrijpen.
  • Een thematische aanpak en projectwerk zijn pijlers van onze werking.
  • De ligging in het park, de specifieke architectuur en de duurzaamheid van het schoolgebouw zijn uitgangspunten voor een natuur- en milieubewuste opvoeding.

5. Geborgenheid (veiligheid bieden)

  • We streven een gemoedelijk contact na tussen de leerlingen, de leraren en de ouders om iedereen, maar vooral de kinderen een veilig en geborgen gevoel te geven.
  • We stellen de organisatie en structuur van het hele schoolgebeuren in het teken van aandacht voor elkaar. Concreet betekent dit:

5.1. Op niveau van de kinderen

  •  Oudere kinderen dragen zorg voor de jongere; o.a. via peter- en meterschap.
  • De kinderen kunnen met hun persoonlijk verhaal steeds terecht bij een leraar of de directeur.
  • Kinderen mogen zich uitdrukken in hun moedertaal als dit nodig is, bijvoorbeeld wanneer ze gevoelens willen verwoorden.

5.2. Op niveau van de leraren

  •  Oog hebben voor het welbevinden van de kinderen en van elkaar.
  • De goede sfeer bevorderen via een open communicatie.

5.3. Op niveau van de ouders

  • De ouders voelen zich welkom op school.
  • De ouders kunnen de kinderen in een veilige en geborgen omgeving brengen en afhalen.

5.4. Op niveau van de school

  • Een duidelijke structuur en geborgenheid aanbieden door een onderverdeling te maken in drie niveaus: het kleutergedeelte, de onderbouw (1,2 en 3) en de bovenbouw (4,5 en 6).
  • We voorzien plekken om tot rust te komen.
  • We organiseren niveau-overstijgende activiteiten om leerlingen meer vertrouwd te maken met elkaar. Kleuters, onder- en bovenbouw zijn immers alle drie deel van één pedagogisch geheel.

6. Ouderbetrokkenheid en -participatie (samen school maken)

  • We streven een maximale betrokkenheid en participatie na van de ouders met betrekking tot het schoolgebeuren.
  • We zijn een open school, waar alle ouders zich welkom voelen en met hun talenten de school mee kunnen ondersteunen. Enkel zo kan de school een ware afspiegeling worden van de maatschappij. Dit kan op twee manieren worden bereikt:
    – enerzijds zijn er de geijkte wegen, namelijk oudercontacten en de oudervereniging (dat een overlegorgaan is tussen school, ouders en schoolbestuur).
    – anderzijds worden de ouders ook aangemoedigd om op een meer informele manier mee te werken aan de school.
  • We realiseren een open en eerlijke communicatie tussen ouders en school.
  • We spelen in op de kwaliteiten en capaciteiten van ouders om onze schoolwerking te verruimen.

7. Zorg (kunnen groeien)

Met zorg bedoelen we alle (leer)activiteiten die als doel hebben het aanbod en de werkvormen aan te passen aan de individuele behoeften van elk kind.

Dit betekent dat we alle kinderen zorgvuldig begeleiden en oog hebben voor de kinderen die op één of andere manier extra zorg behoeven. We houden rekening met het M-decreet (redelijke aanpassingen na overleg met ouders en schoolteam).

 7.1. Op het niveau van de leerlingen:

  • Door het creëren van een positief leerklimaat waarin welbevinden en betrokkenheid heel belangrijk zijn, kunnen kinderen gemakkelijker gemotiveerd worden en blijven. Hierdoor verkleinen we de risico’s op leer- en ontwikkelingsachterstand.
  • Voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand worden, indien nodig, maatregelen genomen. Dit betekent dat ze individueel gebruik mogen maken van hulpmiddelen, dat ze eigen leerlijnen mogen volgen, dat ze apart mogen worden geëvalueerd. Dit alles gebeurt in overleg met de ouders en het CLB.
  • We hebben ook aandacht voor de kinderen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Wij bieden hen gepaste activiteiten aan.
  • Voor anderstalige kinderen voorzien we extra taalaanbod.

7.2. Op het niveau van de leraren

  • De zorg is duidelijk en gestructureerd en wordt vooral op klasniveau toegepast.
  • De leraren proberen problemen te voorkomen door het creëren van een veilig klasklimaat.
  • Afhankelijk van de noden van het kind wordt er gedifferentieerd. Dit betekent dat er vereenvoudigde, maar ook moeilijkere oefenstof wordt aangeboden.
  • De klastitularis is en blijft de spilfiguur in de zorgwerking, ondersteund door het zorgteam. De leraren krijgen voldoende kansen om zich bij te scholen op het vlak van de leerzorg.

7.3. Op het niveau van de school

  • De school communiceert helder en met een open visie met de ouders. Van de ouders verwachten we eveneens een open communicatie.
  • Er is een goede doorstroming van informatie over de kinderen van de eerste kleuterklas t.e.m. het 6e leerjaar. Volgsystemen en leerlingendossiers zijn hierbij de aangewezen middelen.
  • De zorgcoördinator coördineert de zorgwerking en het zorgteam dat gevormd wordt door de zorgleerkracht, de GON-leerkracht en de directie.
  • Het CLB en andere mogelijke externen (kinesisten, logopedisten, psychologen…) bieden extra ondersteuning indien nodig.

 8. Respect, verdraagzaamheid en gelijkwaardigheid (authentiek kunnen zijn)

8.1. Op niveau van de kinderen

  • Het is belangrijk dat begrippen als ‘respect’, ‘verdraagzaamheid’ en ‘gelijkwaardigheid’ concreet worden ingevuld, zodat leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt.
  • Wie zichzelf niet respecteert, kan ook geen respect opbrengen voor de ander, voor het milieu, de dieren, materialen, …
  • De kinderen ontdekken dat samenwerken een meerwaarde betekent.
    Zo ervaren leerlingen dat diversiteit bestaat en accepteren ze dat iedereen sterke en minder sterke kanten heeft.
  • Met het oog op het ontwikkelen van zelfredzaamheid leren kinderen problemen en conflicten zelf aan te pakken.
  • De kinderen ontwikkelen een respectvolle en verdraagzame attitude zowel binnen als buiten de school.

8.2. Op niveau van de leraren

  • De schoolteamleden hebben een belangrijke voorbeeldfunctie. Ze zijn zich bewust van hun invloed op het gedrag van de kinderen. Respect, verdraagzaamheid en gelijkwaardigheid zijn waarden die in ieders houding aanwezig moeten zijn.
  • Opvolgen en begeleiden van de kinderen op het socio-emotionele vlak.

8.3. Op het niveau van de school

  • We gebruiken didactische methodieken om preventief te werken in functie van respect, verdraagzaamheid en gelijkwaardigheid. Enkele voorbeelden hiervan zijn: afspraken maken rond het sociaalvaardig en gespreksvaardig maken van kinderen, een pestpreventieplan, enzovoort.

9. Regels en afspraken (samen leven)

  • Regels en afspraken staan ten dienste van de kinderen; de kinderen zijn niet ondergeschikt aan de regels en afspraken.
  • Duidelijke regels en afspraken ontwikkelen en naleven is erg belangrijk, zowel voor kinderen als voor leraren en ouders.
  • Regels en afspraken maken rond de volgende 3 basisregels:
    • respect voor mens en dier
    • respect voor de omgeving
    • veilig bewegen binnen en buiten het schoolgebouw.

 9.1 Op niveau van de kinderen

  • Duidelijke regels en afspraken opstellen, visualiseren en regelmatig herhalen. Het is belangrijk dat de kinderen het nut van de regels en afspraken inzien. Door ze te betrekken bij de ontwikkeling ervan, zullen zij deze beter begrijpen.
  • Een aantal regels en afspraken worden gemaakt op schoolniveau, andere op klasniveau.
  • Regelmatig evalueren we regels en afspraken en vanuit acute situaties plaatsen we sommige ervan in de kijker.
  • Heldere regels en afspraken zorgen ervoor dat elk kind kan groeien en ontwikkelen.

 9.2 Op niveau van de leraren

  • Consequent opvolgen van regels en afspraken en elkaar daarbij op een respectvolle wijze blijven stimuleren is essentieel. Ieder teamlid heeft een belangrijke voorbeeldfunctie ten aanzien van kinderen, collega’s en ouders.
  • Positief motiveren en belonen van kinderen zijn essentiële uitgangspunten.
  • Bij overtreden of niet naleven van regels en afspraken horen gezamenlijk overlegde, zinvolle sancties.
  • Bij bestraffing houden we rekening met de persoonlijkheid, de problematiek en de sociale achtergrond van ieder individueel kind.

9.3 Op niveau van de ouders

  • We informeren ouders over alle regels en afspraken.
  • De ouders respecteren en onderschrijven de schoolvisie m.b.t. regels en afspraken.
  • Ze volgen de regels en afspraken ook bij het begeleiden van een schoolgroep tijdens buitenschoolse activiteiten.

10. Open school – brede school (samenwerken met de omgeving)

Een Brede School is een samenhangend netwerk van toegankelijke en goede voorzieningen voor kinderen, jongeren, gezinnen, volwassenen en senioren met de school als middelpunt. Inhoudelijke samenwerking tussen scholen en andere instellingen is hét kenmerk van brede scholen. De onmiddellijke omgeving is de eerste verbreding van de schoolse leer- en leefwereld.

10.1. Op niveau van de kinderen

10.1.1. De school met de omgeving:

  • De kinderen maken kennis met de wereld via hun onmiddellijke omgeving zoals de tuin, de dieren, het parkgebied, Mortsel, Antwerpen, maar ook met de bibliotheek, het stadhuis, het cultureel centrum, de academies.
  • De kinderen krijgen kansen om kennis te maken met sport- en jeugdwerk.
  • Kinderen maken kennis met de erkende levensbeschouwingen door onder andere verschillende ontmoetings- en gebedshuizen te bezoeken.

10.1.2. De omgeving met de school:

  • De school kan een deel van haar infrastructuur ter beschikking stellen aan verschillende clubs en verenigingen.

10.2. Op het niveau van de leraren

Leraren nodigen externen uit of gaan met hun klas bij hen op bezoek om expertise uit de onmiddellijke omgeving in de school- en klaswerking te integreren.

10.3. Op het niveau van de school

  • Op sociaal vlak zoekt en onderhoudt de school contacten met doelgroepen zoals andersvaliden, bejaarden. Hiervoor organiseert ze verschillende activiteiten en wederzijdse bezoeken.
  • Op cultureel vlak laat de school activiteiten aanbieden door culturele verenigingen zowel binnen als buiten de schooluren.
  • Op maatschappelijk vlak worden activiteiten georganiseerd waarmee externe deskundigheid in de school wordt gebracht.
  • Samenwerking met de buitenschoolse kinderopvang is mogelijk.
  • De school neemt deel aan inter- en multiculturele projecten of organiseert er zelf.
  • De school maakt haar open beleid kenbaar via de beschikbare media.